Bramenlikeur

januari 2020

Eigenlijk was het geen goed jaar voor bramen, maar soms zit het mee. Na een aantal jaren weet ik de skôn plekskes waar de bramen groeien wel te vinden. Het is wel handig om op tijd te gaan kijken waar een rijke oogst te verwachten valt, en dat te blijven volgen. Menigeen werd dat jaar verrast door moeder natuur die, net wat vroeger dan gewoonlijk, zorgde voor de juiste omstandigheden. Een kwestie van timing ook, om als eerste een redelijke aandeel van de overvloed te bemachtigen. Kom je daarna, dan moet je het doen met wat de eerste liet hangen. Brandnetels en sloten trotserend haalde ik mijn oogst binnen, vóórdat anderen op pad gingen. Met blauwe vingers en vlekken op mijn (oude) kleding van het sap, met hier en daar een schram, toog ik met mijn buit huiswaarts.


Als de braamstruiken zich niet op een eigen skôn plekske bevinden dan is het wel goed om je te realiseren dat het plukken van bramen onder stropen valt, hetgeen dus strafbaar is. Gelukkig wordt het gedoogd als het geplukte voor eigen gebruik is. Helaas zijn de bramen in de winkel behoorlijk prijzig en dat is wat minder aanlokkelijk. Daar staat tegenover dat de kwaliteit in de vrije natuur niet wordt gegarandeerd. In ieder geval pluk ik niet vlak bij de grond om besmetting met wormen door hond of vos te vermijden. De bramen langs een drukke weg laat ik staan vanwege de uitlaatgassen. Desondanks kunnen wormpjes of luis meeliften met de bramen die je meeneemt. Deze kun je verwijderen door een scheut azijn in het water te doen en de bramen even te laten staan. Daarna wel goed afspoelen. Zelf heb ik er niet zo’n probleem mee als er een wormpje achterblijft. Ik beschouw het maar als wat extra eiwit. Ik ben opgegroeid met bramen plukken, beukenootjes rapen, bosbessen zoeken en krikkepitten plukken.

De takken van de braamstruik werden een aantal generaties geleden ook benut. Doornen werden verwijderd van de lange en soepele maar toch taaie takken. De takken leenden zich ervoor om dienst te doen als onderdeel van een babywiegje vanwege de buigzaamheid. De bruidssluier werd daar bijvoorbeeld aan bevestigd als hemeltje. Door middel van een hemeltje werd de baby beschermd werd tegen de tocht.

Dat jaar, waarin ik dan toch bramen had kunnen bemachtigen, besloot ik om bramenlikeur te maken, maar wel volgens eigen recept. Ik koos voor een basis van wodka en een basis van graanjenever. Nadat de likeur een aantal maanden in het donker had gestaan, deed zich dan een gelegenheid voor om de flessen aan te spreken. Mijn omgeving was aanvankelijk wat sceptisch, maar dat veranderde nogal snel en voor ik een leuke foto kon maken waren de flessen soldaat gemaakt. De meningen over de basis lopen uiteen. Zelf ga ik voor de graanjenever omdat die een zacht karakter geeft aan de drank. Voor de liefhebbers hieronder het recept.

Ingediënten 
250 gram bramen
125 gram bruine kandijsuiker
½ kaneelstokje
½ kleine kruidnagel
fles graanjenever


Zoek de bramen uit en gebruik alleen de rijpe bramen. Ontdoe ze van steeltjes en meegelifte diertjes. Was de bramen en breng ze langzaam aan de kook. Laat ze wat sudderen in het vocht dat ze zelf afgeven. Haal vervolgens de pan van het vuur. Voeg de kandijsuiker toe, de kaneel en de kruidnagel. Roer alles goed door en laat het mengsel dan afkoelen. Voeg de graanjenever toe. Kies voor potten die afsluitbaar zijn. Zet deze in het donker en draai ze eens in de week rond, zodanig dat de drank in beweging komt. Na ongeveer drie maanden kun je de vloeistof scheiden van de vaste bestanddelen.

Op de skôn plekskes in dees wèreld, Proost.