Minivijver
mei 2020
De lust tot uithuizigheid is me de afgelopen maanden zwaar vergaan. Alles wat op mijn agenda stond werd rigoreus gecanceld; een lockdown, ook al was dat dan van een intelligent soort, werd afgekondigd en tenslotte werd ik ook feitelijk van de rest van de wereld afgesloten: mijn straat veranderde in een zandweg met loopgraven en rood-witte stokken die iets markeerden, al wist ik dan niet wat. Soms had ik even geen gas of een dag geen internet, dan weer geen water of moest ik op zoek naar de hoofdschakelaar om de elektriciteit uit te schakelen. Die hoofdschakelaar, dacht ik wat wazig, hoe ziet die eruit dan? Die informatie kon ik niet vinden, evenmin als de plek waar hij zou moeten zitten, behalve dan dat de schakelaar in de buurt van de meterkast te vinden was. Ik vond ‘m niet. Eén van de elektriciens die in de straat werkzaam was, wilde wel even met mij mee kijken. Na een korte inspectie van de meterkast meldde hij mij dat ik geen hoofdschakelaar had…. Maar het leven ging door in mijn straat en daarbuiten, echter met andere prioriteiten, andere verwachtingen en andere plannen, in ieder geval voor dat jaar. Ik besloot tenslotte maar om de komende zomer te verpozen in ‘Tuinesia’, mijn eigen miniparadijs. Dat had dan nog wel wat voeten in de aarde maar dat het een skôn plekske zou worden, stond als een paal boven water.
Ideeën buitelden over elkaar heen, werden schetsen en namen zodanig vaste vorm aan dat ze voor uitvoering in aanmerking kwamen.