Taaie dame

Maar dat was niet anders dan andere jaren. Toch ging ook daar de tocht der tochten niet door, opnieuw niet. Het Virus kende geen onderscheid tussen zuid en noord, het had er alleen wat later voet aan de grond kunnen zetten. Desondanks brachten de lage temperaturen overal het zo broodnodige vertier. Het sneeuwde in mijn buurt nét voldoende om alles van een witte waas te voorzien die óók nog voldoende was om een sleetje te laten glijden. Het ijs werd hier en daar nét dik genoeg om de schaatsen weer eens uit te proberen. Een regelrechte uitdaging, want het zuiden is niet bepaald doorsneden met kanalen, vaarten of andere wateren. Op het moment dat ik een recept voor de ouderwetse zopie en de bijbehorende koek had achterhaald, viel de pret in het water, zoals ook menig schaatser overkwam. 
Nog geen tien dagen later waren padden en kikkers uit hun winterslaap ontwaakt en naar wateren en watertjes getrokken. Zo bevolkten ze ook mijn vijver en de heren bruine kikker koerden als duiven, terwijl ze zich uitdagend ophielden in het altijd nog zeer frisse water.

Op zeker moment zag ik een bundeltje stuurloos drijven in het water, nu eens naar rechts dan weer naar links zwalkend of onder water verdwijnend. Het bundeltje bleek te bestaan uit drie kikkers, die in een meer dan innige omhelzing verwikkeld waren. Beide mannetjes hielden hetzelfde vrouwtje vast. Gewend om de controle te hebben over de partner van hun keuze, kozen zij hun eigen route. Samenwerken was in die situatie kennelijk geen optie. En zo had dan de ene en niet veel later het andere mannetje de leiding. Dat leidde vervolgens nergens toe, behalve dan dat beiden hun greep verstevigden op hun slachtoffer. Want inmiddels leek er wel sprake te zijn van een slachtoffer. Het zou niet de eerste keer zijn dat een vrouwtje onbedoeld de verdrinkingsdood stierf, daarvoor was ook één mannetje wel voldoende. Toen ik gespot werd aan de vijverrand verdween het drietal onder water en verborg zich onder een woekerwaterplant. Niet veel later kwam het bundeltje weer aan de oppervlakte. Het vrouwtje had de achterpoten gestrekt en overigens vertoonde ze geen teken van leven. Ik zag kans om haar aan een pootje, met aanhang, uit het water te vissen. De mannen gaven hun buit met grote tegenzin prijs, voor ze het water weer opzochten. De buit zelf kwam langzaam tot zichzelf nadat ik me op de achtergrond hield. Ik zette haar in het water en ze bracht zichzelf verder in veiligheid op een skôn onderwaterplekje. Tja, een taaie dame dus. Het deed me denken aan vorige zomer toen mijn kat mij een kikker kwam brengen als blijk van grote genegenheid. Want nee, die lust hij echt niet. Wat besluiteloos vroeg ik me af wat ik ermee zou doen. De kikker zag er onbeschadigd uit hoewel hij volkomen slap was en zo te zien morsdood. Ik was al op weg naar de kliko toen ik besloot om de kikker bij de vijverrand neer te leggen. Het is een overlevingstechniek om je dood te houden zodat je aanvaller zijn belangstelling verliest. Niet veel later bleek deze kikker dan ook weer springlevend in de vijver te spartelen. Of dat met de dame ook zo was afgelopen zonder mijn ingrijpen, kan ik niet inschatten. Hoe dan ook, enkele dagen later zag ik hopen kikkerdril tussen de rietstengels liggen.