Gezwam

 december 2020

Langzamerhand werden de dagen merkbaar korter, er kwam kou in de lucht en tenslotte werd het herfst. De renovatie van mijn straat was in september voltooid, op wat bomen en haagjes na dan. Die werden in december geplant. Sinds de renovatie wordt ook het hemelwater van de daken afgevoerd via een apart buizenstelsel, dat boven de rioleringsbuizen is gelegen. Aan de rand van het dorp is een stelsel van aaneen geschakelde bassins gemaakt waarvan sommigen min of meer onder het begrip ‘sloot’ vallen.

Anderen doen denken aan een vennetje en sommigen zijn gewoon niet te definiëren. Tja, ik kan er niets anders van maken, hoewel het wat aandoet als gezwam. Het ziet er allemaal nog wat kaal en nieuw uit, maar vooral staat alles erg droog. De grootte van de buizen in aanmerking genomen was er meer rekening gehouden met een wild water stortvloed maar die kwam dus niet, niet in mijn dorp, niet in de herfst. Een paar kilometer verderop komt het afgevoerde water uit in het plaatselijke stroompje. Decennia terug werden, vanuit het oogpunt van efficiëntie, alle bochten verwijderd uit dit watertje. Het resultaat was een ordelijk rechte stroom voorzien van wat sluisjes ter verdere regulering. Een aantal jaren geleden heeft hetzelfde bedrijf, wegens inmiddels gewijzigde inzichten, opdracht gekregen om het stroompje weer te laten meanderen.

Ik moest het woord opzoeken want dat was samen met de bochten in het vergeetboek geraakt. Inmiddels is het stroompje en directe omgeving een, min of meer, nat natuurgebiedje. Dat vooral vanwege de lage ligging. In natte tijden is het vrijwel onbegaanbaar doordat het stroompje buiten zijn oevers treedt. Dat wordt getolereerd want de ordelijkheid is niet meer. Het is kortom weer een ouderwets skôn stukske natuur aan het worden waar alles wat er wíl groeien, ook mág groeien.

In oktober vulden de regenbuien dan wel niet de sloten, om van de bassins maar te zwijgen, maar het werd vochtig genoeg om overal de paddenstoelen tevoorschijn te toveren. 

Ik wantrouw paddenstoelen, in de zin dat ik niet méér doe dan ze bewonderen. Dat vindt zijn oorsprong in mijn jeugd waar nog geen champignon op tafel kwam. Het helpt natuurlijk ook niet echt mee dat Nederland geen land is van paddenstoelenzoekers, misschien wel nooit geweest ook.

Er is wel een tijd geweest dat je als kind op excursie ging naar het bos, gewapend met een schoenendoos. Daarin kon je dan de paddenstoelen doen die je vond, om later thuis je buit te tonen. De paddenstoelenpopulatie bleek niet bestand tegen deze jaarlijkse kinderrooftochten. Zodoende werd de schoenendoos ingeruild voor een spiegeltje, want dan kon je de onderkant bekijken zonder de paddenstoel te hoeven plukken. Het duurt vast niet lang meer of kinderen nemen hun mobieltje mee op zo’n jaarlijkse schoolbostocht. Dit najaar zag ik in ieder geval op social media de mooiste foto’s langs komen van paddenstoelen waarvan ik het bestaan nooit had kunnen vermoeden. En ja, ze stonden gewoon in het bos een paar kilometer verderop of net wat verder van mij vandaan. Ik werd dus wat oplettender en speurde de grond af naar paddenstoelen. Het was een bijzonder goed paddenstoelenjaar. Je struikelde er nog net niet over. 


Overigens was het niet eens nodig om naar het bos of het beekdal te gaan want er stonden ook gewoon paddenstoelen in mijn eigen tuin. Ieder jaar staan er wel kleine ranke
zwammen in het gras, waar ik overigens de naam nooit van heb opgezocht. Dit jaar ontdekte ik een heel bundeltje paddenstoelen die een stuk opvallender waren. Ik kan het mis hebben maar het lijkt me dat het de Bruine bundelridderzwam is. De hoed voelt wat vettig aan en staat te boek als eetbaar en ook nog eens als smakelijk eetbaar. Een niet onbelangrijk detail, toch? De paddenstoel groeit in bundels zoals de naam al vermeld, want de mensheid is meestal niet zo origineel. Hij groeit vaak op grazige plaatsen, waar de bodem werd verstoord. Mijn bundeltje zwammen groeit in ieder geval op de plek waar Mol in de weer was geweest en overtollige aarde had achtergelaten in de vorm van een hoop op het gras. 

In november en december zie ik ze ook verschijnen op een holle boomstam die sinds het najaar mijn voortuin siert. De stam lag al tijden te vergaan in de buurt van een boerderij. Voorlopig siert de stam zichzelf met bundeltjes paddenstoelen. Het is een feestelijk gezicht waar ik iedere dag opnieuw volop van geniet. Van mij mogen deze zwammen ieder jaar terugkomen, ik vind ze wel decoratief. Of ik ze ooit op zal eten is de vraag. De kans is gering, zou ik zeggen. Laat ze maar mooi daar staan op de zelf verkozen skôn plekskes in mijn tuin.