Elfenbankjes en boswifi

januari 2020

Het najaar kwam met steeds meer regen naarmate de herfst vorderde. Op zeker moment werd mijn moerasje een vijvertje, dat tenslotte overstroomde. Weiden in de buurt stonden gedeeltelijk blank en kleine bospaden werden moddergeulen. Lang daarvoor waren de paddenstoelen massaal opgeschoten, en ik verbaasde me over hun verscheidenheid en grootte. Ook in mijn tuin waren ze aanwezig. Als vanzelf ontstond een skôn plekske wat niet te missen was. Mijn natuurlijke bloembak kreeg een feeërieke uitstraling. 

 

 
Op mijn zonneterras heb ik een stuk boomstam, deels hol, waarin viooltjes bloeien. Tegen de binnenrand ontwaarde ik op zeker moment halve cirkels van horizontale waaiers. Ze waren aan de wand gehecht als waren het bankjes, uitkijkend op de viooltjes. De waaiers bestonden uit ringen in fluweelachtige grijszwarte tinten met een buitenring in beige tinten. Enig zoekwerk op het World Wide Web leerde mij dat het paddenstoelen waren, en wel doodgewone Elfenbankjes. Maar wat heet….’doodgewoon’.

Ze groeien op dood hout en zijn de vrucht van de zwam die op of in het hout zit. Zwammen zorgen ervoor dat het verteringsproces van dood materiaal sneller verloopt. Nu heeft mijn bloembak een aardig formaat en is nog lang niet verrot. Ik kan voorlopig nog een ruime hoeveelheid Elfenbankjes verwachten. Dat is een mooi vooruitzicht want ik vind ze behoorlijk decoratief. Ze hebben echter ook onvermoede genezende krachten.

Elfenbankjes zijn, zo lees ik, niet giftig maar toch ook niet echt eetbaar. Ze zijn namelijk weinig smakelijk. Daar staat tegenover dat ze op hun tijd wél heilzaam zijn voor de mens. Wanneer griep of een ander virus je lijf binnenvalt, kun je de ellende flink beperken door Elfenbankjesthee te nuttigen. https://delusthof.wordpress.com/2015/10/20/elfenbankje-pakt-griep-aan/  Ik ga vast moed verzamelen voor deze speciale thee, want mijn lef houdt wel op bij paddenstoelen….zelfs als ik zeker weet dat ze eetbaar zijn.

De naam en het sprookjesachtige uiterlijk van de Elfenbankjes bleven me echter meer bezighouden dan hun genezende effecten. Vanaf mijn computerplek kijk ik namelijk uit op dat skôn plekske. Terwijl ik op de pc aan het werk was werd ik afgeleid, enerzijds door wat ik zag, en anderzijds door een keltisch lied van de vlaamse harpiste Lakshmi. De oude keltische vertellingen verhalen over een vervagende wereld, die al eeuwen in de schaduw van onze mensenwereld ligt. Volgens de overleveringen is het een betoverende wereld waar trollen en elfen wonen en waar de feeënkoningin regeert. Als je per ongeluk in hun wereld geraakt, ontfermt de koningin zich persoonlijk over je. Je mag deel uitmaken van hun leven, zo lang je wenst. Vanaf de fluwelen elfenbankjes kijk je uit op de vele skôn plekskes van het feeënrijk. Iedere avond is het feest, met overheerlijke gerechten en zoete wijn in overvloed, tot de slaap je wegvoert. Veel later ontwaak je op het zachte mos doordat gezeefd zonlicht je oogleden beroert. Wanneer je na korte tijd terugkeert blijk je ontelbare jaren te zijn weggeweest. De tijd verloopt immers anders in het schaduwrijk.

Niet alles is wat het op het eerste gezicht lijkt. Dat is ook zo bij decoratieve paddenstoelen. De schimmel die deze mooie decoraties voortbrengt, leeft onder de schors van een boom of nog vaker ondergronds en onttrekt zich aan onze waarneming. Onder de bosgrond is echter een heel netwerk van schimmeldraden te vinden. Deze worden benut, door zowel de schimmels als de bomen, om voedsel te ruilen. Tevens fungeert dat netwerk als communicatie web, dat ook wel het ‘Wood Wide Web’ of de ‘wifi van het bos’ genoemd wordt. BBC news heeft daar een leuk animatiefilmpje over gemaakt wat je kunt vinden onder de titel ‘How trees secretly talk to each other’ . https://www.youtube.com/watch?v=yWOqeyPIVRo

Zo komt dan heden en verleden; boven- en ondergronds; techniek en sprookjes bijeen in mijn eerste blog. En dat allemaal omdat ik een skôn plekske ontdekte in een natte herfst.