Alle aandacht

juni 2020

Op Hemelvaartsdag, op 21 mei 2020, vlogen de meesjes uit en verlieten voorgoed hun eerste skôn plekske. Degene die mijn aandacht trok was de benjamin met zijn onhandige gestuntel. Benjamin was een, net niet meer pluizig bolletje op twee pootjes. De pootjes deden wat grotesk aan omdat ze, in tegenstelling tot de rest, wel volgroeid leken te zijn. Zo op ’t oog kreeg hij zijn eerste echte vliegles van pa.

 
Onwennig en zich wiebelend in evenwicht houdend op een muurtje, keek hij rond. Pa mees zat op de nok van een belendende garage. Benjamin besloot zich bij hem te voegen en fladderde omhoog. Hij haalde het net niet en fladderde weer naar beneden, voorbij het muurtje. De landing, die hij in zijn koppie had, op een pergola, mislukte en hij passeerde mij rakelings en kwam op de grond neer. Daar zat hij: van streek en buiten adem. Pa mees zag het gelaten aan. Benjamin herpakte zich na een kleine pauze en fladderde een paar meter verderop, tegen een schutting aan.

Weer kwam hij op de grond neer. Mijn kat viel, met onmiddellijke ingang, onder de strengste lockdown van heel Europa, besloot ik ter plekke. Ik hoorde pa mees nog de hele dag roepen maar het klonk eerder bemoedigend dan paniekerig.

De groene kikkers, met hun kwaakblazen aan de zijkant van hun kop, kwaakten om het hardst om elkáárs aandacht. Dat was ’s nachts weinig anders dan overdag. Hoe meer omgevingsgeluid er was, hoe meer zij zich lieten horen. Ze hadden mijn vijver, die in de vroege lente werd gedomineerd door de bruine kikker, nu voor zichzelf opgeëist. Het was nu hún paarseizoen.

Later op de dag, streek er een troepje mussen neer op het gras. Luid kwetterend en ruzie makend met elkaar, trokken ze íeders aandacht, om niet veel later weer verder te vliegen.

Mijn Oosterse papaver echter, trok de meeste aandacht. Ze stond in alle stilte schitterend mooi te wezen. Het adembenemende rood van de, net ontvouwen, tere bloembladeren, die nog het meeste weg hebben van crêpepapier, was op geen enkele manier te missen.
Niets of niemand kon zo snel en pakkend alle aandacht op zich vestigen dan deze rode Papaver Oriëntale.

 

 

De donkergroene plant met grove, ruwharige bladeren, krijgt behoorlijk grote knoppen maar desondanks zie je deze gemakkelijk over het hoofd, verscholen als ze blijven tussen de bladeren tot het juiste moment dáár is. De compact ogende plant stond dit jaar bomvol met knoppen. Ik had er nog nooit zoveel gezien. Zijn de knoppen op zich al imposant door de grootte, het uitkomen van de bloemen is pas echt fascinerend.

 

 

De harde schelpen van de knop vallen één voor één af. De bloem bevrijdt zich uit de, te klein geworden, knop. Je ziet nog goed hoe de bloembladeren opgevouwen waren. Op de vouwlijn is, ondanks een beschermende folie, de eerste schade zichtbaar.

 

 

De rode schoonheden trekken uiteraard ook de aandacht van de insecten en dan vooral van de hommels. Ze waren met veel meer dan er bloemen waren maar dat was geen enkel probleem. De hommels, met hun rustgevende gebrom, schommelden heen en weer tussen al het schoon tot ze de bloem van hun keuze hadden gevonden. Ze verdwenen diep in de bloemen, soms met drie tegelijk, tot ze helemaal uit het zicht waren. Even later kwamen ze weer tevoorschijn met hun vacht vol stuifmeel om zwaar en schommelend naar de volgende bloem te gaan.

 

 

De, nog groene, zaaddozen waren duidelijk te zien in het centrum van de bloemen. Nadat de bloemen verwelkt zijn, verdrogen de zaaddozen langzaamaan. Het zaad wordt door de wind los geschud en bij harde wind uit de verpakking geschud.  

 

Zo’n zaaddoos is eigenlijk een natuurlijke mini-maracas en geeft een zacht ruisend geluid bij beweging. Ik verzamel ze tijdig zodat ik het zaad zelf kan oogsten. Ik schud het uit de zaaddozen want ik wil dit mooie decoratiemateriaal niet beschadigen. De zaadjes zijn kleine blauwgrijze bolletjes, maanzaad!

 

 

 

 

Je kunt maanzaad op zelfgemaakte broodjes strooien voor ze de oven ingaan, of verwerken in salade, sauzen of pasta. Het heeft een wat nootachtige smaak. Maanzaad bevat ook nog een zeer bescheiden hoeveelheid verdovend middel maar ik kom eerder in hoger sferen door de aanblik van de schitterende bloemen, dan door de inname van maanzaad. Een restje van het zaad bewaar ik dan ook voor de volgende lente om op een, nog leeg, skôn plekske uit te zaaien.

 

Met dank aan Renée voor de foto van het uitvliegende meesje.